Uitdaging
Ze had alles al geprobeerd. In gesprek gaan, waarschuwen, straffen. Het leverde gewoon onvoldoende op. Met een aantal kinderen in de groep lukte het maar niet om tot verbinding te komen. Om rust en stabiliteit te realiseren. In eerdere klassen had ze dat weleens met een of twee kinderen. Dit jaar waren het er vijf.
In de klas zag ik dat ze een rustige en consequente wijze van handelen had en dat ze goed had nagedacht over haar lessen en haar aanpak. Je zou dus weinig problemen verwachten. Toch zag ook ik haar uitdaging met deze vijf kinderen die niet mee gingen met haar plannen, waar ze geen “klik” mee had zoals met de rest.
Contact
Ik stelde haar voor eens iets heel anders te doen. Zo kwam het dat ze op een vrijdagochtend in het voorjaar in een paddock stond. Samen met een paard. Haar opdracht was contact maken met het paard op haar eigen manier. Ze mocht alle tijd nemen die ze wilde. Binnen een paar minuten stond ze voor het paard en aaide over zijn neus. Ze gaf aan dat het contact maken was gelukt.
De volgende aanwijzing was: kom met het paard in beweging. Ze maakt het touw vast aan zijn halster en wil met hem weglopen. Hij gaat niet mee. Na wat aandringen zet hij een paar stappen en blijft weer staan. Dit herhaalt zich.
Inzicht
Ik vraag haar het paard lost te maken en naar mij toe te komen. We praten over wat er gebeurde. Op dit moment staat zij met haar rug naar het paard toe met zeker een meter of 10 tussen haar en hem. Ze vertelt dat ze er van baalt dat het niet lukte om met het paard samen een stukje te lopen. Het voelt voor haar als falen. En doorvragen leert dat falen maakt dat zij zich heel klein voelt en zich niet gezien voelt. Het paard staat nog steeds op dezelfde plek, maar heeft nu zijn hoofd en oren op haar gericht.
Ze gaat met begeleiding in zichzelf aan de slag met dat gevoel. En elke stap die ze zet, maakt dat het paard een stap dichterbij komt. Als ze uiteindelijk aangeeft dat zij wel klaar was voor contact, maar dat zij zich niet had afgevraagd of hij dat wel was en dat zij hem dus niet “gezien” had, staat hij achter haar. Ik vraag haar om zich om te draaien en te kijken. Hij steekt zijn hoofd naar haar uit en zij aait hem. Met tranen in haar ogen.