Kleuters met een goed ontwikkelende taal-denkvaardigheid hebben meer kans op schoolsucces dan minder taal-denkvaardige leeftijdsgenoten. De interactiekwaliteiten van de juf of ouder zijn daarom van groot belang. Waar kan je op letten:
- Benoem wat je doet of wat de kleuter doet. “Schuif de bak met rode potloden maar in de bruine kast”. In plaats van: “Zet dat maar daar neer”.
- Ga moeilijk woorden niet vermijden, maak wel duidelijk wat ze betekenen. ” Dat huis is heel stevig gebouwd en stort niet makkelijk in. Het heeft een stevige constructie”.
- Probeer kinderen samen te laten overleggen (bijvoorbeeld in de kring) en kies elke keer andere kinderen uit die mogen vertellen wat zij ervan vinden. Zo creëer je meer interactiemomenten dan in de kring telkens de vraag aan 1 kind te stellen en op een reactie te wachten.
- Probeer zo te organiseren dat je zoveel mogelijk interactie tussen jou en de kinderen tot stand kan brengen.
- Wil je ook nog werken aan de verdere ontwikkeling van de creatieve denkvermogens van je kleuters, maak dan regelmatig gebruik van de denksleutels. Je vindt ze hier. Overigens zijn de denksleutels ook heel geschikt om met oudere kinderen te gebruiken!
0 0 votes
Artikel waardering
Hallo
Dit stuk is erg nuttig om te gebruiken voor mijn minor. Helaas mag ik het niet gebruiken als ik alleen de voornaam van de auteur kan benoemen.. Ik kan de achternaam van Lonneke niet vinden, zou ik deze mogen weten zodat ik dit kan gebruiken voor mijn minor?
Alvast bedankt!
Met vriendelijke groet, Anne Bosch.
Dag Anne, mijn hele naam is Lonneke Bindels. Succes met je minor!