Ik weet het. Een wat vreemde titel. En toch kan het. Terecht is er veel aandacht voor veiligheid op school (en elders) en voor kinderen die gepest worden. We weten wat voor schadelijke gevolgen het kan hebben voor een kind dat gepest wordt. Maar wat weten we nu eigenlijk over waarom sommige kinderen meer last ondervinden van pestgedrag dan anderen?
Plagen of pesten
Afgelopen week had ik hier thuis een kleine discussie aan tafel. Ik maakte een plagerige opmerking over de vergeetachtigheid van mijn volwassen stiefdochter -ja, dat doe ik vaker. Plagerige opmerkingen maken over kenmerkend gedrag van mensen. Volgens mij ook gewoon menselijk gedrag. Manlief gaf aan dat ik dat niet moest doen. Omdat te veel plagerig herhalen pesten kan gaan worden. Mijn verweer was, dat plagen pas pesten wordt als dat zo wordt ervaren door de geplaagde. En ik denk ook dat dit zo is. Ik kom daar zo op terug. Mijn dochter voegde toe dat opmerkingen maken over een ander wat zegt over jezelf en meestal alleen -onbewust- is bedoeld om jezelf even wat beter te voelen. En ook hiervan denk ik dat dit zo is. Maar hoe komt het nu dat het ene kind veel eerder het gevoel ervaart gepest te worden dan het andere kind (en dat is afgezien van het feit dat niemand het leuk vindt stelselmatig onderwerp van plagerijtjes te zijn)
Laten we eerst het onderscheid maken tussen plagen en pesten.
Plagen gebeurt vaak spontaan, het duurt niet lang en gebeurt niet dag in dag uit. Bij plagen ben je gelijk aan elkaar; niemand is de baas. Ook liggen de rollen niet vast, de ene keer plaagt de één, de andere keer plaagt de ander. Plagen gebeurt zonder iemand pijn te willen doen en is daarom vaak leuk en grappig.
Bij pesten ben je niet gelijk aan elkaar. De pester is vaak sterker of ouder en heeft een grote mond. Anderen kijken vaak tegen de pester op. Pesten gebeurt ook vaak in een groep en telkens is dezelfde persoon de klos. De pester wil pijn doen, vernielen of kwetsen. Pesten gebeurt vaker dan één keer, soms weken – of maandenlang. Het gebeurt meestal zo dat volwassenen het niet merken.
Pesten heeft een groot effect. Degene die gepest wordt, voelt zich vaak eenzaam en verdrietig en is onzeker en bang. Pesten kan zelfs lichamelijke en psychische klachten veroorzaken. (bron: pestweb.nl)
Oke. Plagen is op basis van gelijkwaardigheid en niet bedoeld om pijn te doen. Mijn grappig bedoelde opmerking rondom de vergeetachtigheid was duidelijk een geval van plagen. Bij plagen kan je ook verwachten dat jij de volgende keer wordt geplaagd (wie kaatst kan de bal verwachten :-)). Plagen gebeurt in een goede sfeer waarbij je ook weet van elkaar dat de ander je waardeert om wie je bent, je elkaar ook complimenten kan geven en je niet bezig bent de ander consequent kleiner te maken.
Bij pesten wil je dus echt iemand pijn doen, vernielen of kwetsen. En dat gaat uiteraard altijd beter als je groter en sterker bent en de steun van anderen hebt. Echte pesters zijn zelden alleen. Gebeurt dit nu altijd bewust door de pester(s)? Je zou denken van wel, maar helaas is dit niet altijd zo. Je kan onbewust een pester zijn, gewoon omdat je nooit een ander voorbeeld hebt gehad.
Vraag
Nu terug naar mijn vraag. Hoe komt het dat het ene kind veel eerder iets als pesten zal ervaren dan het andere kind? Een kind dat vanaf het begin al veel positieve feedback krijgt en ook leert positieve feedback te geven staat steviger. Het ontwikkelt een groter zelfbewustzijn en zal daardoor minder last ervaren van pestgedrag.
Een kind dat weinig positieve feedback krijgt en ook niet leert hoe je op een eerlijke en duidelijke manier bij een ander kan duidelijk maken wat het ervaart en voelt ontwikkelt een minder groot zelfbewustzijn en heeft eerder effectief last van pestgedrag.
Onze omgeving beïnvloedt ons hele systeem. Ieder onderdeel van de omgeving heeft dus een rol in hoe een kind kan omgaan met pestgedrag. De “schuld” wordt vaak alleen bij de pester gelegd, of bij de school. Maar ook ouders, sportclub, vriendjes, familie enzovoorts hebben hun eigen rol. Zorgen die allemaal voor een positief klimaat waarin een kind zich aangesproken voelt op wat het kan en mag laten zien, waarin het leert hoe ook anderen te waarderen? Mogelijk krijg je als kind alleen feedback op wat je niet goed doet, of is er sprake “doe maar gewoon dan doe je gek genoeg”, of “in deze familie komen geen onvoldoendes voor” en bedenk zo nog maar wat overtuigingen waarin een kind een weg moet zien te vinden.
Dat geldt dus ook voor de omgeving van een pester. Want waarom wil je pesten? Wellicht is dit altijd je voorbeeld geweest. Mogelijk ervaar je niet anders dan negativiteit van je ene ouder ten opzichte van de andere ouder, ervaar je dat je alleen met een grote mond dingen voor elkaar krijgt. Misschien is dit de manier om jezelf beter te kunnen voelen in een wereld die je eng vindt. Mogelijk krijg je op deze manier aandacht en acceptatie. Het zal je omgeving maar zijn.
Meer werkelijke aandacht voor kinderen, eerlijke en positieve feedback, complimenten, benoemen wat een kind kan, dat is de opdracht voor opvoeders. En dat kan pas als opvoeders ook bereid zijn naar zichzelf te kijken en hun eigen gedrag aan te passen.
Wanneer pesten weer plagen wordt, dan hebben we met elkaar ons systeem aangepakt. Het systeem waarin we allemaal een rol hebben.